Erfstuk

In een bewaardoosje van Dior
rust een dasspeld van Yogya zilver.
Van mijn grootvader,
via mijn moeder,
in mijn handen gekomen.

Wie hem ooit schonk
is vergeten.
De mystiek bleef,
onzichtbaar maar aanwezig.

Mijn zoon, dan elf jaar,
vond het doosje in een la.
“Papa, mag ik dit
als jij dood bent?”
Ik knikte.
Maar vroeg hem
nog even te wachten.

Mijn dochters hebben al
boeken en platen geclaimd,
hun namen tussen pagina’s
en hoesjes verstopt.

Geen huis, geen aandelen,
geen oude sok met geld.
Wat blijft
zijn kleine dingen
die groot genoeg zijn
om door te geven.

Geschreven naar een mijnmermoment uit 2006

Bahasa Indonesia and English version in comments section.

Uit: Ik was daar nog even
Mijmermomenten – Patrick Wouters

Wat verdwenen is

In Blora,
waar stof en zon elkaar vinden
tussen teakbomen en verlaten wegen,
zag honderd jaar geleden
een kind het daglicht,
voorbestemd om de stem
van velen te worden.

Pramoedya Ananta Toer schreef
over wat voorbij leek,
maar niet verdween.
Over de onschuld van land en volk.
Over liefde en verlies
in tijden van onrust.

In datzelfde Blora
werd mijn moeder geboren,
op een augustusdag
die later een dag van herdenking zou blijken.
Haar eerste adem,
zijn eerste woorden —
twee lijnen die elkaar nooit raakten,
maar toch verwant zijn
in de aarde van verhalen.

Wat verdwenen is,
blijft.
In boeken,
in stemmen,
in de schaduw van bomen
op de grond
waar hun verhalen ontsprongen
in de aarde der mensen.

Ode aan Pramoedya Ananta Toer (1925-2006), aan mijn lieve moeder Marijke Wouters-Pernet (1939), aan #Blora en #Indonesia.
Bahasa Indonesia version under the photo’s.

Uit: Ik was daar nog even
Mijmermomenten – Patrick Wouters

Blora, Indonesia.
Photo Pramoedya Ananta Toer by
Marco van Bolhuis (Amsterdam, juni 1999).
My mother (Marijke Wouters-Pernet), born
in Blora, August 15, 1939.
Photo made in Cepu.

Apa yang Hilang

Di Blora,
di mana debu dan matahari bertemu
di antara pohon jati dan jalan sunyi,
seratus tahun yang lalu
seorang anak melihat cahaya hari,
ditakdirkan menjadi
suara banyak orang.

Pramoedya Ananta Toer menulis
tentang yang seakan pergi,
namun tak pernah lenyap.
Tentang kepolosan tanah dan rakyat.
Tentang cinta dan kehilangan
di masa penuh gelisah.

Di Blora yang sama
ibuku dilahirkan,
pada suatu hari Agustus
yang kelak menjadi hari peringatan.
Napas pertamanya,
kata-katanya yang pertama —
dua garis yang tak pernah bersinggungan,
namun tetap terhubung
dalam tanah kisah-kisah.

Apa yang hilang
tetap ada.
Dalam buku,
dalam suara,
dalam bayangan pepohonan
di atas tanah
tempat kisah mereka lahir
dalam bumi manusia.


Epiloog – of begin

Twee jaar lang leerde ik mijn eigen lijf opnieuw lezen.
Niet met woorden alleen,
maar met adem, aanraking, stilte.
Haptotherapie als zachte gids,
waar mijn binnenwereld zich toonde
in spanning, in trilling, in onverwachte tranen.

Rapé brandde een poort in mijn neus,
Chocobliss opende ramen naar andere werelden.
Beide lieten mij zien wat ik allang wist:
dat voelen mijn kompas is,
en dat ik mijzelf niet langer hoef te ontlopen.

Nu sta ik hier,
niet aan het einde,
maar aan de rand van een nieuw begin.
Met een schaduw die niet meer achterblijft,
maar me begeleidt.
Met een nabijheid die ik durf toe te laten.

En diep van binnen hoor ik het fluisteren:
I only just begun.

Uit: Ik was daar nog even
Mijmermomenten – Patrick Wouters

Digitale afbeeldingen: kunst gegenereerd met AI.
Concept & samenstelling: Patrick Wouters.

Vrij, en nog altijd onderweg

17 augustus

Van een vlag in Jakarta
naar een reis die voortduurt.
Merdeka werd geroepen,
en vraagt ook nu om ons.

Vrij, en nog altijd onderweg

Op 17 augustus 1945
klonk in Jakarta de roep om merdeka.
Een vlag werd gehesen,
en Soekarno sprak woorden
die de lucht deden trillen.

Onafhankelijkheid is geen moment,
het is een reis.
Van koloniaal verleden
naar zelfgekozen toekomst.

Tachtig jaar later
vier ik mee,
met respect voor hen
die de weg baanden,
die vochten, onderhandelden,
die droomden.

Vrijheid is feest,
maar ook verantwoordelijkheid.
Om te zien wat nog niet vrij is.
Om te luisteren naar verhalen
die nog niet zijn verteld.

Van Sabang tot Merauke,
van kampong tot stad.

Onafhankelijkheid is een belofte,
voor een land,
voor een mens,
om steeds weer levend te houden.

Uit: Ik was daar nog even
Mijmermomenten – Patrick Wouters

Dit mijmermoment is onderdeel van een drieluik:
DRIELUIK
15 augustus
Stille getuigenis
16 augustus
Nooit meer is nu

17 augustus
Vrij, en nog altijd onderweg

Nooit meer is nu

16 augustus

Van Jakarta tot Gaza,
van oude wonden naar nieuwe littekens.
De ene pijn ontkent de andere niet.
Herdenken is kiezen voor menselijkheid.

Nooit meer is nu

We staan stil.
Bij namen,
bij data,
bij verhalen die ons zijn toevertrouwd.

We buigen voor het verleden,
maar sluiten onze ogen niet voor het heden.

Kolonialisme laat lange schaduwen na.
De ene pijn hoeft de andere niet te overschaduwen.
Erkennen is ruimte maken voor iedereen
die verlies kent,
die onrecht draagt.

Van de Molukken tot West-Papua,
van Jakarta tot Gaza.

Herdenken is niet alleen terugzien,
het is kiezen voor menselijkheid,
hier,
nu.

Uit: Ik was daar nog even
Mijmermomenten – Patrick Wouters

Dit mijmermoment is onderdeel van een drieluik:
DRIELUIK
15 augustus
Stille getuigenis
16 augustus
Nooit meer is nu

17 augustus
Vrij, en nog altijd onderweg

Stille getuigenis

15 augustus

Van gedroogde kersenbloesem in een verweerd kleinood
naar bloemen bij het Indisch Monument.
Eén familie, één verhaal,
deel van een groter verleden.

Stille getuigenis

In mijn handen ligt een klein, verweerd boekje.
De kaft is zacht geworden van het dragen,
de bladzijden broos van de jaren en de reizen
die het tegen wil en dank heeft gemaakt.

Op 12 december 1941 kreeg mijn opa het,
op de dag van de mobilisatie in Nederlands-Indië.
Hij was landstormersoldaat bij het KNIL
en droeg het Nieuwe Testament altijd bij zich.
Bij de capitulatie.
In het kamp: de scheepswerf Harima, nabij Osaka.

Hij las, onderstreepte, schreef namen en data
alsof het boekje niet alleen een testament van geloof,
maar ook een stille kroniek van zijn dagen werd.
Zelfs gedroogde bloesems van de Japanse kers
vond ik er tussen,
als herinneringen die niet verwelken konden.

Achterin,
in klein handschrift,
de naam en verjaardag van zijn oudste zoon.
Mijn vader.
Ik zie hem daar zitten,
met dat potlood,
op een dag dat het thuisfront verder weg leek dan ooit.

Hij kwam nooit terug.
In 1944 stierf hij in het kamp.
Pas in 1993 ontdekte ik dat zijn urn was bijgezet in het colombarium van Ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Toen kregen de contouren van zijn verhaal langzaam kleur,
via kampgenoten die vertelden wat er was gebeurd.

Dit boekje,
het enige naast een handvol foto’s
dat we van hem hebben,
ging van mijn opa
naar mijn oma,
naar mijn vader,
en toen naar mij.
Op een dag zal ik het aan mijn zoon Julian geven.

Op 15 augustus sta ik stil.
Niet in stilte alleen,
maar schrijvend.
Over de oorlog die mijn Indische ouders en grootouders overleefden.
Over de Japanse bezetting.
De bersiaptijd.
De onafhankelijkheidsoorlog.
Over het geweld van beide kanten.
Over het kolonialisme,
met zijn zwarte bladzijden die niet minder zwart worden door ze te verzwijgen.

Ik schrijf omdat herdenken méér is
dan een terugblik.
Het is een dialoog met het verleden,
met alle stemmen die daarin klinken.

Uit: Ik was daar nog even
Mijmermomenten – Patrick Wouters

Gevangene 184

Dit mijmermoment is onderdeel van een drieluik:
DRIELUIK
15 augustus
Stille getuigenis
16 augustus
Nooit meer is nu

17 augustus
Vrij, en nog altijd onderweg

Broederschap in het vuur

Ik maakte onlangs een bijzondere reis… Soms vind je broederschap op plekken waar je het niet zoekt.

Verbinding zonder woorden.
Tien mannen.
Ieder met zijn eigen verhaal,
strijd en stilte.
Keken elkaar aan,
niet als vreemden,
maar als spiegels.
Ogen die elkaars diepte peilden,
hoe oncomfortabel ook —
alsof ergens, diep vanbinnen,
al een vuur werd aangestoken.

Ik was een van hen.

Daarna het lichaam —
drukpunten die herinnerden
waar spanning zich had genesteld,
verhalen vastgekoekt
in spieren en botten.

Rapé brandde in de neus,
een bittere poortwachter:
Laat los. Het is tijd.
De eerste vonk sprong over.

Toen kwam Chocobliss.
De Yellow Brick Road opende zich onder onze voeten,
leidde mij door lichtflitsen van paars, rood, goud —
kleuren die gloeiden als kooltjes in de nacht —
langs voorouders bij een meer op Java,
door de geur van melati in de ochtend,
vergezeld door dierbare handen, zacht en zeker.

Sommigen ontmoetten hun spirits,
anderen hun angsten.
Soms waren die gelijk,
soms vielen ze samen.
Anderen zonken diep,
raakten oud verdriet
dat altijd al om aandacht vroeg.

Dat bracht tranen
en bevrijding,
en in het midden van dat alles
het zachte weten:
mannelijkheid is ook durven voelen.

Zonder woorden bleef de cirkel heel.
Stil,
maar vol herkenning.

Dat is broederschap in het vuur:
zien zonder oordelen,
dragen zonder het te zeggen,
thuiskomen in jezelf
en ontdekken dat daar
ook de ander woont.

Uit: Ik was daar nog even
Een bundel mijmermomenten in wording – Patrick Wouters

Met dank aan Diana, Dennis en Monique en De Groep.
Innerlijke reis: plantmedicijn en Chocobliss ceremonie.