Ik herdenk 2020

Sinds jaar en dag sta ik op 15 augustus op mijn manier stil bij het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ik schrijf hierover altijd vanuit het perspectief van mijn Indische ouders en grootouders die de Japanse bezetting en de bersiaptijd hebben doorstaan. Zonder daarbij de Indonesische kant van het verhaal uit het oog te verliezen.

Mijn vaders vader stierf op zijn 42e onder erbarmelijke omstandigheden in Japans krijgsgevangenschap.
Wie mij kent, weet ook dat ik kritisch denk (en schrijf) over kolonialisme, over het geweld aan beide kanten enzovoort. Over eerlijke geschiedschrijving, inclusief de zwarte bladzijden. Telkens is er wel een aanleiding om dit Nederlandse geschiedenisverhaal te vertellen. Vanuit verschillende perspectieven én groepen in de samenleving.

Na de crematie van mijn vader, legde ik het familieboeket bij het Indisch monument

Het Indisch monument in Den Haag
Eén van de plekken waar ALLE slachtoffers van de oorlog in Japan (in Nederland en Indonesië) worden herdacht. De ambassadeur van Indonesië is één van de kransleggers. Het is geen monument dat onze aanwezigheid in de Oost verheerlijkt. Niets van dat alles.
Het bekladden van het Indisch monument door een organisatie waarvan de naam niet de moeite van het noemen waard is, is er één uit een reeks laffe acties van mensen die waarschijnlijk niets anders in hun leven te doen hebben. Tegen deze domheid is geen kruid gewassen.
Offline en online worden discussies over racisme, kolonialisme enzovoort momenteel steeds heftiger. Het krijgt trekken van een gesprek tussen doven…

Eerder schreef ik: goede geschiedschrijving is telkens weer opnieuw zoeken naar een verhouding tot het verleden. Naar de juiste mix. Inclusief de schaduwkanten. Zo objectief mogelijk. Zonder van te voren opgelegd moreel gelijk.
Een vak apart. Voor herdenken geldt feitelijk hetzelfde. De Nationale Dodenherdenking van 4 mei 2020 is hiervan een geslaagd voorbeeld. Gelukkig zijn er veel journalisten en wetenschappers die op deze manier hun vak verstaan. Dat is na 75 jaar alleen maar toegenomen.

Voor wie wil verder lezen (eerdere publicaties)
Ná de oorlog met Japan brak de Bersiaptijd aan, gevolgd door de Indonesische revolutie, de tijd waarin Indonesië zich terecht losmaakte van Nederland en Nederland krampachtig met groot oorlogsgeweld Indië wilde behouden. Voor alle inwoners van Indonesië, Indonesiërs, (Indische) Nederlanders, etc. liet dat littekens achter. Over deze geschiedenis, en mijn persoonlijke zoek- en ontdekkingstocht naar mijn (Indische) achtergrond blijf ik schrijven. Als Nederlandse geschiedenis én als migratieverhaal. Ook niet kiezen (zoals veel Indo’s en Indische Nederlanders in de jaren veertig en vijftig deden is een keuze en een verhaal apart…).
Ik hoop dat we oog en oor hebben voor elkaars verhaal:
Gevangene 184 (over mijn opa die de Japanse bezetting niet overleefde).
De laatste les
Migratie gezin Wouters – Pernet

Lost and found

Dirk Emile Van Gaasbeek

Dirk Emile van Gaasbeek, het jongere broertje van mijn oma, raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog als KNIL-soldaat op 21-jarige leeftijd vermist op Sumatra.

Bij ieder bezoek aan mijn oma in Amerika trok deze foto in de slaapkamer van mijn grootouders mijn aandacht.
Door een toevallige samenloop van omstandigheden stuitte ik op zijn laatste rustplaats: het Nederlands ereveld Leuwigajah te Cimahi (Java). Niemand van zijn nabestaanden heeft dit bij mijn weten ooit geweten. Door de schrijffout (de toevoeging ‘van’ ontbreekt) dook hij niet eerder op in mijn zoektocht. Ook vond ik hem (nog) niet in de militaire stamboeken omdat de aanleiding ontbrak: Emile was immers vermist…

Met mijn oma kan ik dit nieuws helaas niet meer delen. Zijn overleed in 2017 in Californië.
Ik ben blij dat ik voor haar broertje dit virtuele monumentje mag oprichten.

Dirk Emile Van Gaasbeek Geboren op 7 november 1922 te Ambarawa (Java)
Overleden op 7 oktober 1944 te Kuala Simpang (Sumatra)

Zijn ouders waren: Dirk Hendrik Jacobus Van Gaasbeek. Geboren 23 januari 1880 te Bengkalis (Sumatra). Overleden 26 december 1926 te Soerabaja.
Johanna Maria Carolina Simao. Geboren 19 april 1887 te Koedoes. Overleden 3 juli 1935 te Soerabaja
(Waarschijnlijk is zijn moeder rond 1880/1881 geboren en in 1887 erkent. Johanna Simao heeft Portugees bloed, maar er is ook een lijntje met de Molukken).

Foto
Weemoed is een foto van voor twintig jaar.
Familie, nog samen, nog gezond.
Is toen. Met een lijst van nu errond.
Het nu houdt het verleden bij elkaar.

Gedichtfragment van Herman de Coninck
uit: Met een klank van hobo (1981)

De ouders van Dirk Emile (mijn overgrootouders langs moederskant). Inzet 1: zijn drie oudere zusjes; de middelste is mijn oma. Inzet 2: Kaliemag, Tjang Koedoes, de moeder van Johanna Van Gaasbeek – Simao. Tjang Koedoes is hun oma (mijn betovergrootmoeder).

Inmiddels heeft de Oorlogsgravenstichting de naam op het kruis aangepast naar aanleiding van mijn posts op social media.

De platenkoffer van mijn vader

Intro
Journalist Herman Keppy en ik presenteerden De Grote Surabaya Show tijdens de 55e Tong Tong Fair (2013) en De platenkoffer van mijn vader tijdens de 58e editie in 2016. In aanloop naar beide programma’s schreven wij (elkaar) over een keur aan onderwerpen. Dat alles is op de Facebookpagina van De Surabaya boys nog te zien en te lezen. De Surabaya Boys schrijven (elkaar) nog steeds. Wij zijn nog lang niet aangeschreven.

Herman Keppy, Patrick Wouters, Jan Vennik en René ‘Baas’ Vreede. Op de achtergrond onze ouders. Foto: Wouter Cosaert

De platenkoffer van mijn vader: Amerikaanse invloed op de Indocultuur (introductie afkomstig van de Tong Tong Fair)
Via de platenverzameling van hun vaders duiden Patrick Wouters en Herman Keppy – de Surabaya Boys – de grote invloed van de VS op Nederlands-Indië en Indisch Nederland. Ze laten muziek horen, tonen filmpjes en foto’s, vertellen anekdotes en natuurlijk ontbreekt de publiekskwis niet.
Keppy opent de swingkoffer met elpees van Glenn Miller, Frank Sinatra, Peggy Lee, Nat King Cole en anderen.
Herman: ‘Smoke Gets In Your Eyes van Earl Bostic kocht hij in 1951, het eerste jaar in Nederland. Hollanders kennen dat rauwe saxofoongeluid nauwelijks, dat enorm gewild was op de Indische en Ambonese feestjes van toen. Mijn vader leende zijn plaat uit, en zag ‘m nooit meer terug. Jaren later vertelde hij me hoezeer hij het verlies van die 78-toeren single betreurde.’

Wouters stoft zijn pa’s countryplaten af; van Jim Reeves, Merle Haggard, Charley Pride en Buck Owens tot een hoop andere cowboys. Patrick: ‘Ik snap goed dat mijn ouders hun geboorteland helemaal niet wilden verlaten als ik de foto’s bekijk van huisfuiven uit het Surabaya van de jaren vijftig. Het eerste wat mijn vader deed na aankomst in Nederland, was een portable platenspeler kopen op afbetaling. Zo bracht hij, winter 1958, warmte en gezelligheid in het contractpension aan de Haagse Willemstraat’.

Twee speciale gasten zorgen voor muzikale ondersteuning: gitarist René ‘Baas’ Vreede, in Indische kringen vooral bekend als leider van de voormalige Hondo Rockers. En topsaxofonist Jan Vennik die heeft gespeeld met de legendarische Haagse band The Motions en tal van andere artiesten.

Op mijn website licht ik enkele highlights uit onze correspondentie uit.

Indische huisfuiven in Surabaya
Ik krijg langzamerhand antwoorden op allerlei vragen die ik had naar aanleiding van huisfuiffoto’s van mijn ouders in the Fifties. Mijn moeder wist me te vertellen dat Guitar Boogie van Arthur Smith dé jiveplaat was, die ze werkelijk stukdraaiden. Er ging geen fuif voorbij waar niet op deze plaat werd gedanst. Een vriendin van mijn moeder somde nog een hele reeks artiesten op die voor vele mooie dansmomenten zorgden: Pat Boone, Patti Page, Les Paul and Mary Ford, Dean Martin, Frankie Laine en Bill Haley. Allen Amerikaans.

Omschakelen
November 1958 vierde mijn vader zijn 26e verjaardag in pension Krüger, gevestigd in de Haagse Willemstraat. Hij was nog geen twee maanden in Nederland en had een turbulente tijd achter de rug. Het was winter, koud en guur. Muziek deed hem dat alles vergeten.
Van zijn zuurverdiende geld kocht mijn vader een DUAL portable platenspeler die hij overal mee naartoe sleepte. Ook naar zijn verloofde, mijn moeder, die in Eindhoven woonde. Lang heeft hij niet kunnen genieten van zijn platenspeler. Den Haag kende in die tijd een andere netspanning (127 volt) dan Eindhoven (220 volt). Trots liet mijn vader mijn moeder zijn portabel platenspeler zien. Van een omschakelaar, laat staan een hoger voltage in een andere stad, had hij niet gehoord. Ter plekke blies hij zijn pick up op.

Foto’s: de foto van mijn vader met vlinderdas is gemaakt in het befaamde restaurant Hellendoorn aan de Pasar Besar in Soerabaja. Naast hem mijn moeder. De foto linksonder van mijn dansende ouders is gemaakt tijdens zo’n vermaarde huisfuif in Soerabaja. De foto rechtsonder: mijn vader op zijn verjaardag met zijn DUAL platenspeler. Ik kwam eenzelfde exemplaar onlangs tegen in het Rotterdams Radio Museum. Het bracht mij meteen terug naar de tekst en foto’s bij dit artikel.