Gespreksflarden. Je vangt ze ongewild op in bus, trein, tram of metro.
Onderweg naar het Circustheater in Den Haag bleef ik in de volgende dialoog ‘hangen’.
“Wat me vanmiddag toch overkwam. Ik zit wat voor mij uit te staren terwijl ik op de tram wacht. Komt ineens een Marokkaans meisje op me af en die geeft me toch een grote mond. Of ik niet zo naar d’r wil kijken. En ze keek me toch vuil aan.
Ik was helemaal overdonderd. Stel je voor. Ik kon alleen maar zeggen: meisje ik keek helemaal niet naar jou, ik moest aan een vriendin denken die het momenteel heel moeilijk heeft.
Ze bleef maar kwaad kijken. Hoe vind je dat dan?”
“Beangstigend gewoon. Het is vandaag de dag echt niet normaal meer.”
“Ik was alleen maar in gedachten verzonken. Hoe vind je zoiets.”
“Waar gaan we eigenlijk heen?”
“Naar Boudewijn de Groot,”
“Oh, wat leuk, leeft die nog?”
“Ik dacht bij mezelf, Els die kan wel een opsteker gebruiken. Die heeft het afgelopen jaar zoveel door moeten maken. Ik had de kaarten al maanden in huis, maar helaas heeft ze vanavond iets anders en dan houdt het natuurlijk op hè?
Toen dacht ik bij mezelf, dan vraag ik Edmé maar. Gezellig toch?
Of het wat is, weet ik niet hoor. Je leest het programma, maakt een keuze, maar het blijft natuurlijk altijd een gok.
Die oude liedjes van ‘m ken je natuurlijk en voor de rest zien we wel.”
Jammer dat we nu niet weten of Boudewijn wel of niet bevallen is. 😀