De maan op het water – Elvire Spier (1920 – 1999)

“Net als alle mensen die op Java leefden werden wij om 5 uur in de ochtend vanzelf wakker. De hanen hadden dan al een, twee, driemaal gekraaid; de nacht was geëindigd! Het waren alleen de blanda’s die nog een uur over hun dromen bleven nadenken. Dan kwamen ook zij vanonder hun muskietennetten vandaan om de dag te beginnen.”

Met deze passage opent het fragment uit De maan op het water in de bloemlezing Oost-Indische Inkt. Met deze zin, niet de openingszin overigens, begint het verhaal van de vijfjarige Sarah, de hoofdpersoon uit De maan op het water.
Elvire Spier roept met dit verhaal een beeld op dat sterk doet denken aan de wereld die Maria Dermout opriep in Nog pas gisteren: “Op Java, ergens op Midden-Java, tussen de bergen Lawoe en Wilis in, maar dichter naar de kant van de Lawoe toe, lag diep in een ommuurde tuin onder donker groene bomen een huis.”

Beide schrijfsters publiceerden pas op latere leeftijd. Zowel in De maan op het water als in Nog pas gisteren wordt hun Indische jeugd beschreven vanuit de positie van het kind dat zij toen waren.

Elvire Spier, geboren op 31 maart 1920 in Buitenzorg op Java en overleden op 14 augustus 1999 in Curumbico in Spanje, heeft een klein, maar sterk oeuvre nagelaten dat bestaat uit korte verhalen, romans, radio-hoorspelen, televisiespelen en musicals. In haar terugblik op haar kinderjaren schetst Elvire Spier de ingewikkelde samenleving die Nederlands-Indië in de jaren twintig was.
Indië beleefde tussen 1925 – 1929 rumoerige tijden: de communistische opstand op Java werd hardhandig neergeslagen. Sarah leerde op jonge leeftijd hoe hard die samenleving kon zijn, was nauw betrokken bij land en volk en raakte niet uitgevraagd rond alles wat zij onrechtvaardig vond:
“Waarom is Pappie zo boos op…” Mijn moeder had waarschijnlijk al een hele tijd gewacht op mijn vraag waarom hij zo’n hekel had aan de mensen van Java. “Het komt meestal door angst, Sarah,” zei ze heel wijs. “De mensen van Java zijn met miljoenen en miljoenen. Het is maar een handjevol Nederlanders dat het hier voor het zeggen heeft. Het leger en politiekorps zijn zo klein dat ze onmogelijk orde en rust kunnen houden wanneer de eigen mensen dat niet willen. Maar het Gouvernement met de Gouverneur Generaal en onze regenten, met hun hele ambtenarenkorps, zorgen met grote toewijding voor het land. De mensen zijn daar ook tevreden mee. Daarom is het rustig en is de welvaart zo groot.”

Vaak is gevraagd hoe het verder is gegaan met het Sarah. Elvire Spier heeft op één hoofdstuk na het vervolg van De maan op het water af, als zij in 1999 overlijdt. Naar verluidt zijn haar kinderen en kleinkinderen bezig dit manuscript af te maken. “Het Javaanse land heeft mij in die kinderjaren iets groots geschonken. Zijn sagen en legenden zijn tot een eigen fantastisch droombeeld samengevloeid dat de werkelijkheid onwerkelijk maakt. Mijn diepe liefde voor de natuur is daaruit voortgekomen. […]”

Patrick Wouters

————————————————————————————

De Maan op het water verscheen in 1993 bij Uitgeverij 60+, Cadier en Keer. Overig proza van Elvire Spier (selectie): Godenvogel (Van Holkema en Warendorf, 1976), Vulkaan (Hollandia 1979). Postuum: Engeltje (Bonneville, 2000).

In Moesson nummer 11, mei 2000 verscheen van de hand van Inge Dümpel een recensie van Engeltje met veel biografische informatie over Elvire Spier.
Oost-Indische Inkt; 400 jaar Indië in de Nederlandse letteren, samengesteld door Alfred Birney, uitgeverij Contact, 1999.

Een gedachte over “De maan op het water – Elvire Spier (1920 – 1999)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.