Oude bekenden
Als ‘oude bekenden’ werden ze aangekondigd. ‘Ik ben oud en híj is bekend’, verklaarde Yvonne Keuls aan het begin van de tweede literaire ontmoeting met Ernst Jansz. Net als vorig jaar wisten zij met weinig middelen, al improviserend, een intieme sfeer in het Bintang-theater te creeëren tijdens de 44e Pasar Malam Besar in Den Haag.
Yvonne Keuls stak van wal met een tekst die zij ter plekke had geschreven, het hilarische Pasar:
‘Eens in het jaar komen ze allemaal bij elkaar. De mensen-uit-Indië. Ze komen met bussen, met treinen met z’n vieren bijeengeperst op de achterbank van de auto van de oude Knilneef.’
De tekst is gelukkig niet verloren gegaan want met deze heerlijke impressie begint Keuls een reeks columns voor de zaterdagbijlage van de Haagsche Courant.
Ernst Jansz bracht zijn gevoelige liedjes in combinatie met fragmenten uit zijn boek De Overkant en speelde speciaal voor Yvonne Keuls een fraai stukje Chopin.
Ernst Jansz, Yvonne Keuls over het ontstaan van de samenwerking, het succes en het vervolg.
Ernst Jansz:
‘Hoe de samenwerking is ontstaan weet ik eigenlijk niet meer.
Toen in 1985 mijn boek De Overkant verscheen, kwam ik in een tot dan toe voor mij onbekend circuit van Indische schrijvers terecht (opvallend genoeg vrijwel allemaal vrouwen). Daar was natuurlijk Marion Bloem, de grote stimulator van de zogenaamde tweede (Indische) generatie, daar waren Paula Gomes, Margaretha Ferguson en Yvonne Keuls.
Het was voor mij een feest om de tijd met hen door te brengen. Ik herkende een wereld die ik daarvoor maar één keer had gekend: met mijn eerste middelbare schoolvriendje en ik realiseerde mij ineens dat het een Indische jongen was geweest. Zo vertrouwd alsof het familie was, veel plezier en slappe lach.
Toen Jaloe Maat, mijn vrouw, een rol kreeg in de film Jan Rap en zijn maat, leerde ik Yvonne Keuls beter kennen.
We hebben ons tweelingprogramma nu twee keer gedaan en wie weet… Ideeën genoeg.’
De reacties op het gezamenlijke optreden waren opnieuw overweldigend:
‘Het is heerlijk om te doen. We creëren een beetje een huiskamer, waarin we met elkaar gedachten en voordrachten uitwisselen. Heel intiem. We bereiden samen niets voor en houden het zo gewoon mogelijk. Als er iets fout gaat laten we dat gebeuren. Mensen vinden dat over het algemeen erg prettig.’
Dat Ernst Jansz graag optreedt voor Indische mensen is zonneklaar. Het lijkt of zijn teksten en muziek in de setting van bijvoorbeeld het Bintang-theater een andere dimensie krijgen:
‘Het is juist dat ik in Indische kring meer begrip krijg voor een bepaalde problematiek die in mijn werk verwerkt is. Ik zoek dat natuurlijk ook een beetje uit. Bepaalde fragmenten worden alleen of in het bijzonder gevoeld door Indische mensen, zoals:
Dit is waar ze naar terugverlangen, al die bruine mensen die de zee zijn overgestoken. De zoete geur na een regenbui, de vuurvliegjes, de sterren, het zilveren licht van de maan op de bladeren.
Yvonne Keuls was alle dagen aanwezig op de Pasar Malam Besar. Onvermoeibaar stond zij iedereen te woord die even kwam buurten in Paviljoen Senang, letterlijk omringd door al haar boeken. En senang voelt men zich bij haar.
Over haar samenwerking met Ernst Jansz zegt zij:
‘We hebben elkaar jaren geleden ontmoet toen we samen lezingen op scholen gaven.
We hebben respect voor elkaars werk en dan is er natuurlijk onze Indische achtergrond.
Eigenlijk zijn wij elkaars tegenpolen. Hij brengt zijn poëtische aard in en ik neem mij voor de mensen te laten lachen.
Zijn liedjes hebben zeggingskracht, diepte en warmte. Ik vind dat hij een mooie taal schrijft: het fijne, kleine, bijna onbenoembare weet hij toch benoembaar te maken.
De Indische vader en de Indische moeder drukken een stempel op het werk van Ernst Jansz en Yvonne Keuls.
Of zoals Yvonne Keuls het verwoordde: ‘De liefde voor onze ouders verklaart mede het succes en waardering van ons optreden.’
Patrick Wouters 2002
Fotografie: Jurgen Huiskes
Met dank aan de Pasar Malam Besar
Lees ook een eerdere recensie: http://home.hetnet.nl/~paw1962/recensie1.htm