Ik ben nog lang niet klaar met Surabaya.
Ken je de Gubengwijk in Surabaya?
De Goebengwijk bestaat nog steeds. In de bersiaptijd werden hier opvangkampen voor vrouwen en kinderen gesitueerd.
Na deze chaotische tijd vond mijn oma met haar tweede echtgenoot een woning aan de Soemabawastraat. Het huis staat er nog steeds. Het huisnummer is gewijzigd en langs alle kanten van het huis zijn ruimtes bijgebouwd. Ook de tuin is bij het huis getrokken.
De huidige bewoner vond het helemaal niets dat ik foto’s van mijn oma’s huis maakte. Toen hij deze foto zag beweerde hij bij hoog en bij laag dat dit toch echt niet zijn huis was. Dus wat voor nut had foto’s maken? Ik wist wel beter en ik fotografeerde zo goed en zo kwaad als het kon het huis waar mijn oma nieuw geluk vond. Maar waar zij en haar gezin uiteindelijk ook werd uitgezet. Jaren ná de revolutietijd.
Het zou nog tot 1961 duren eer mijn oma en haar gezin naar Nederland mocht komen. Tegen haar wil was het gezin een spijtoptantendossier geworden. De werkelijkheid lag genuanceerder. Mijn vader die al in 1958 naar Nederland kwam, mobiliseerde de publieke opinie. De Telegraaf schonk aandacht aan hun dossier. En mede daardoor en druk vanuit de Tweede Kamer kon zijn familie veilig naar Nederland worden overgebracht.
Welke nationaliteit je ook bezat, als Indo of Nederlander werd je eind jaren vijftig het leven knap zuur gemaakt in Indonesië.
Nu word je als nazaat met open armen opvangen door behulpzame mensen die je graag helpen bij het zoeken naar sporen uit het verleden. Behalve deze nukkige man die me van alles toeroept als ik de straat van mijn oma uitloop.
Groet, Patrick