Gespreksflarden. Je vangt ze ongewild op in bus, trein, tram, metro, óf bij de dorpskapper.
‘[…] Wat ik nou heb. Zes konijnen allemaal kapot. Ineens, zomaar. En het is niet de eerste keer. Twee weken terug precies hetzelfde. Zes konijnen, in één keer kapot. En ik had het hok verdomme net geverfd en gelakt. Kostte een tijd en dan krijg je dit.’
‘Joh, Joop, je hebt die beesten vergiftigd. Die zijn natuurlijk gaan knagen aan je mooie geverfde hok. Vind je het gek dat ze dood zijn met die chemische lak van je. Dat heb je mooi voor elkaar.’
‘Zou het? Nee, toch. Die beesten kennen toch wat hebben?’
Meer gespreksflarden zijn te lezen door hiernaast te klikken op de gelijknamige categorie.