Wie de schoen past, trekke hem aan.

Cover Panorama 9 december 1967

Of Zwarte Piet racistisch is, heb ik hem nooit kunnen vragen. Wel legt de hele zwarte-piet-discussie in Nederland nare racistische tendensen en structuren bloot, die mij enorm raken. Je merkt offline en online dat nogal wat Nederlanders hun eigen geschiedenis niet kennen of willen kennen. Of het nu gaat om het slavernijverleden of het koloniale verleden: aanpassen en muilhouden lijkt ook anno 2019 het devies. Verpest een kinderfeest niet en blijf van onze tradities af.
Ik schrik ervan. Wat het met mensen doet. Wat er sinds jaar en dag gebeurt. Niet alleen op de voetbalvelden.
De discussie raakt mijzelf enorm. En niet alleen om (zoals wordt beweerd) dat ik een zwarte partner heb of een Indische achtergrond.

Blijf niet aan de kant staan
Begin jaren tachtig schreeuwden we moord en brand als Hans Janmaat van de Centrum Partij en Centrum Democraten fulmineerde over buitenlanders, vluchtelingen en migranten. Zijn gedachtengoed en taalgebruik is gewoonweg mainstream geworden. Zeker na Paars 2 en nine-eleven. In de Tweede Kamer kunnen haatzaaiers gewoon hun parlementaire gang gaan. Hetzelfde geldt voor Pegida, Blokkeerfriezen, Haagse en Brabantse hooligans om er een paar te noemen. En velen houden zich afzijdig. Zelfs ik. Zelfs ik hield soms mijn mond. Schikte in. Vond de woorden niet. Durfde niet. Nu doe ik dat niet meer. Afzijdigheid werkt juist polarisatie, intimidatie discriminatie en geweld in de hand. Blijf niet aan de kant staan. Veroordeel het geweld.

Het VN-Comité bij het Internationaal Verdrag tot uitbanning van rassendiscriminatie en in Nederland het College van de rechten van de mensen spraken zich allang uit over de discriminerende aspecten van Zwarte Piet. En ook het kabinet erkent dat negatieve stereotyperingen discriminatie in de hand werkt (lees Zwarte Piet vertolkt en verbeeld met dikke rode lippen, en gouden oorringen.
Het land van het wijzend vingertje, Nederland, verdraagt terechtwijzingen van anderen heel slecht. We vinden dat heel lastig.

In het Vonnis in kort geding van 14 november 2018 van de Rechtbank Noord-Holland over de zaak die de Stichting Majority Perspective aanspande tegen een reeks instellingen waaronder de Nederlandse Staat staat het al haarfijn: de ‘traditionele’ zwarte piet is niet langer houdbaar. Of je het leuk vindt of niet.

Een inclusief Sinterklaasfeest
Sinterklaas is Nederlands erfgoed. Zwarte Piet is Nederlands sterfgoed. In plaats van kinderen te beschermen tegen de grote leugen: kinderen op hun achtste (?) te vertellen dat hij niet bestaat, kunnen we ook zeggen: Sinterklaas heeft bestaan en omdat te vieren, is het Sinterklaasfeest ontstaan. Hoe moeilijk is het dan om op die manier een kinderfeest vorm te geven? Inclusief. Voor iedereen. Dan hoef je kinderen ook het verschil niet uit te leggen tussen de televisiesinterklaas en de Sinterklaas die de school of het winkelcentrum bezoekt. Of waarom tante Co zich verkleedt als roetveegpiet. Of leg je jouw kinderen liever uit waarom veel zwarte kinderen gebukt gaan onder het Sinterklaas-‘feest’?
Is het zo moeilijk om empathisch te luisteren naar de tegenstanders van zwarte piet?  Met ganstrekken en andere kwelspelen zijn we toch ook gestopt? Een kleine moeite met een groot resultaat.

Migratie: het gezin Wouters-Pernet

In het Cultuurpaviljoen van de 59e Tong Tong Fair was van 25 mei tot en met 5 juni 2017, de tentoonstelling Naar Holland te zien. Een tentoonstelling over de komst van honderdduizenden Indische Nederlanders. Spreken we van repatriëring, migratie, of vlucht? Waarom kozen zij niet voor het nieuwe Indonesië? Patrick Wouters bracht onderstaande foto’s en tekst in. Het Indische verhaal van zijn ouders, Schelte Wouters en Marijke Wouters-Pernet.

Marijke Pernet, vertrok in 1958 met haar moeder en beide zusters naar Nederland. Zij moesten weg uit Surabaya: ‘Indo’s werden niet meer getolereerd en zelfs ernstig gediscrimineerd. Onze baboe deed de boodschappen; wijzelf werden niet meer geholpen in de winkels. Patricks ouders, die zich altijd Nederlander hebben gevoeld, hadden overigens altijd al het plan om naar Nederland te gaan.’ Vader Pernet bleef op verzoek van zijn werkgever nog twee jaar in Indonesië, om kennis over te brengen op zijn opvolgers. Hij voegde zich in 1960 (twee jaar later) bij zijn gezin, dat bij aankomst in Eindhoven was gehuisvest in een zogenaamde nissenhut, bouwvallige noodopvang met golfplaten daken, na de Tweede Wereldoorlog gebruikt door Amerikaanse militairen. Later kregen zij een behoorlijk huis.

De eerste sneeuw. Mijn vader kwam in 1958 vanuit Indonesië terecht in een contractpension in Noordwijkerhout.

Marijkes aanstaande, Schelte Wouters (1932-2013), vertrok in 1958 met de SS Waterman, omdat hij bij zijn verloofde wilde zijn, maar ook omdat het (politieke) klimaat voor Indo’s en (Indische) Nederlanders in Indonesië ronduit slecht was; blijven was geen optie meer. Hij kwam terecht in contractpensions; eerst in Noordwijkerhout en vervolgens in Den Haag. Hij was er met vrienden: voor hem was het een groot avontuur en hij kreeg goede kansen op werk. Marijkes ouders besloten in 1962 naar de VS te emigreren, en bouwden daar een geweldig bestaan op. Zij hadden genoeg van Nederland waren en verbolgen over het feit dat alle steun voor de overtocht, kleding en woninginrichting terugbetaald moest worden.

Marijke en Schelte bleven: hun zoon Patrick was net geboren, Schelte kreeg een baan bij Philips in Den Haag. Zij kozen voor zekerheid, niet voor avontuur. Bij geen van allen heeft angst ooit een rol gespeeld in hun overwegingen. Maar terug naar Indonesië wilden zij niet, zelfs niet voor vakantie.

De sfeer onder de Indo’s was heel goed, aldus de familie Wouters; er heerste een mentaliteit van aanpakken, men steunde elkaar onderling en er werd gefuifd. Deze foto is gemaakt op de twintigste verjaardag van Marijke Pernet (Patricks moeder), 15 augustus 1959. Zij (met sigaret) staat in het midden op de foto, met haar verloofde, Schelte Wouters. Op de achtergrond zijn de nissenhutten zichtbaar.

Spijtoptanten: Nederlandse politici zagen aanvankelijk geen plek voor spijtoptanten in Nederland. Druk vanuit de publieke opinie bracht daar verandering in. Schelte Wouters probeerde in 1960 met hulp van De Telegraaf de politiek te overtuigen om zijn moeder, stiefvader, broer en zussen in Nederland te accepteren; zij hadden een zware tijd in Surabaya. In 1961 kon zijn moeder met haar tweede man naar Nederland komen.

Schelte Wouters had het enorm naar zijn zin bij Pension Krüger in Den Haag. Hij (rechtsachter) is hier gefotografeerd op zijn zesentwintigste verjaardag, 20 november 1958.

Meer informatie over de tentoonstelling en de follow up vind je op de website van de Tong Tong Fair. Met dank aan Esther Wils (eindredactie).

In het kader van het onderwerp Diversiteit en Inclusie publiceer ik op LinkedIn, Facebook en WordPress  nieuwe en eerder gepubliceerde artikelen over het Indische verhaal.