Stille getuigenis

15 augustus

Van gedroogde kersenbloesem in een verweerd kleinood
naar bloemen bij het Indisch Monument.
Eén familie, één verhaal,
deel van een groter verleden.

Stille getuigenis

In mijn handen ligt een klein, verweerd boekje.
De kaft is zacht geworden van het dragen,
de bladzijden broos van de jaren en de reizen
die het tegen wil en dank heeft gemaakt.

Op 12 december 1941 kreeg mijn opa het,
op de dag van de mobilisatie in Nederlands-Indië.
Hij was landstormersoldaat bij het KNIL
en droeg het Nieuwe Testament altijd bij zich.
Bij de capitulatie.
In het kamp: de scheepswerf Harima, nabij Osaka.

Hij las, onderstreepte, schreef namen en data
alsof het boekje niet alleen een testament van geloof,
maar ook een stille kroniek van zijn dagen werd.
Zelfs gedroogde bloesems van de Japanse kers
vond ik er tussen,
als herinneringen die niet verwelken konden.

Achterin,
in klein handschrift,
de naam en verjaardag van zijn oudste zoon.
Mijn vader.
Ik zie hem daar zitten,
met dat potlood,
op een dag dat het thuisfront verder weg leek dan ooit.

Hij kwam nooit terug.
In 1944 stierf hij in het kamp.
Pas in 1993 ontdekte ik dat zijn urn was bijgezet in het colombarium van Ereveld Menteng Pulo in Jakarta.
Toen kregen de contouren van zijn verhaal langzaam kleur,
via kampgenoten die vertelden wat er was gebeurd.

Dit boekje,
het enige naast een handvol foto’s
dat we van hem hebben,
ging van mijn opa
naar mijn oma,
naar mijn vader,
en toen naar mij.
Op een dag zal ik het aan mijn zoon Julian geven.

Op 15 augustus sta ik stil.
Niet in stilte alleen,
maar schrijvend.
Over de oorlog die mijn Indische ouders en grootouders overleefden.
Over de Japanse bezetting.
De bersiaptijd.
De onafhankelijkheidsoorlog.
Over het geweld van beide kanten.
Over het kolonialisme,
met zijn zwarte bladzijden die niet minder zwart worden door ze te verzwijgen.

Ik schrijf omdat herdenken méér is
dan een terugblik.
Het is een dialoog met het verleden,
met alle stemmen die daarin klinken.

Uit: Ik was daar nog even
Mijmermomenten – Patrick Wouters

Gevangene 184

Dit mijmermoment is onderdeel van een drieluik:
DRIELUIK
15 augustus
Stille getuigenis
16 augustus
Nooit meer is nu

17 augustus
Vrij, en nog altijd onderweg

Fragmenten II

Fragmenten uit Vlucht in de werkelijkheid, waar mogelijk geïllustreerd met beeldmateriaal, bedoeld als impressie van mijn boek.
Scènes uit Den Haag, voormalig Nederlands-Indië, Indonesië en Suriname. People, places and things: het decor van Vlucht in de werkelijkheid.

In het tweede deel is hoofdstuk 2, pagina 16 van enkele foto’s voorzien. Één van de hoofdpersonen, Erik, mijmert over het oude familiehuis op Oost-Java uit hoofdstuk 1.

[2]

Op Oost-Java staat nog steeds het familiehuis dat het decor vormde van bijna alle verlovings- en trouwfoto’s van mijn Indische oudooms en -tantes. Hun kinderen zijn praktisch allemaal in hetzelfde huis geboren. Tijdens mijn eerste rootsreis naar Indonesië, in de jaren negentig, vond ik het woonhuis terug. Onherkenbaar verbouwd en uitgebreid. De Chinese bewoner wilde niet dat ik er rondneusde of ook maar in de buurt van zijn erf kwam. Hij verwees me naar het vierde grote huis in de straat: ‘Dáár woonden vroeger blanda’s.’

Het karakteristieke langgerekte Indische huis met witgekalkte muren, kleine oprijlaan met witte kiezelstenen, grote bloempotten, open voorgalerij, vloer met roodbruine tegels, broodoven, bijgebouwen en achtererf (zo groot als een voetbalveld, beweerde mijn moeder) staat nog steeds in Indonesië. Alleen weet niemand nog wat is bijgebouwd of gesloopt. Niemand weet nog wie daar vroeger woonde.

Het familiehuis in Mojokerto dat model staat voor het huis uit Vlucht in de werkelijkheid. Dit is de trouwfoto van de zus van de oma van de auteur: Eus Stok, die op 4 maart 1938 trouwde met Oscar Rudolph. De oma van de auteur staat uiterst links op de foto. De vader van de auteur is de jongen in matrozenpak, eerste rij, vierde van recht. Foto afkomstig uit de verzameling van Grace Rudolph (1943-2021).
De verlovingsfoto van de grootouders van de auteur langs vaderskant: Melanie Constance Stok (1910-1981) en Schelte Wouters (1901-1944). De foto is gemaakt voor het familiehuis in Mojokerto dat model staat voor het familiehuis in Vlucht in de werkelijkheid.

Ik kon me haast niet voorstellen dat mijn familie hier decennialang rondliep. De hitte, de drukte, de mensen die voortdurend iets van me wilden. Ik herkende het land in eerste instantie niet als het land van mijn ouders. Toch moest zelfs ik toegeven dat sporen uit het verleden nog zichtbaar waren, voelbaar. Op reis met de herinneringen van een ander. Op zak met een handvol foto’s van vroeger: de watertoren, de oude lagere school, de pasar, de jacht.

Watertoren Mojokerto jaren vijfig. De vader van de auteur Schelte Wouters (1932-2013), tweede van links.
De watertoren van Mojokerto (2019), aan de voet van het oude zwembad is onlangs verbouwd tot een monumentaal Islamitisch monument.
Simpangschool Soerabaja, jaren twintig van de 20e eeuw. De moeder van de auteur zat op deze school.
De oude lagere school uit Vlucht in de werkelijkheid: Simpangschool Surabaya (2019). De warings staan er nog steeds…
De jacht. Jaren twintig, 20e eeuw. Plantage Tjoeroeg Soekoredjo Kendal (Curug Sewu). Vierde van rechts de opa van de auteur Schelte Wouters (1901 – 1944) met twee van zijn broers (Joost en August).

Jaren later zag ik via Google Street View dat ik toen wel degelijk gelijk had: het huis met het langgerekte dak met rode dakpannen is duidelijk te zien vanuit de lucht. Gelegen naast de kampong, waar achtergebleven Indo’s nog steeds in vrij armoedige omstandigheden woonden.

Jl. Hos. Cokro Aminoto, Mojerkoto. Het tweede langgerekte huis links op deze Google Street View foto is het familiehuis dat model staat voor het huis uit Vlucht in de werkelijkheid

Andere fragmenten uit Vlucht in de werkelijkheid

Vlucht in de werkelijkheid is te koop via onder meer:

Neem voor lezingen, signeersessies of boeken in consignatie nemen contact op met Patrick Wouters via het contactformulier