Woensdagmiddag. Boeken ruilen op school. De schoolbibliotheek heeft een bijzonder boek staan dat mijn zoon te leen krijgt: Het verhaal van Anne Frank. Een uitzonderlijk vormgegeven kijk- en leesboek met veel niet eerder gepubliceerde foto’s uit de albums van de familie Frank.
Mijn dochter (een verhalenverteller in de dop) bladert het boek na mij door. Ook zij raakt onder de indruk van het verhaal dat nog steeds gelezen en verteld wordt. Verteld moet worden.
Maakte Het Achterhuis mij al sprakeloos, van dit kijk- en leesboek word ik stil.
‘Zal ik ooit nog journaliste en schrijfster worden? Ik hoop het, o ik hoop het zo, want in schrijven kan ik alles vastleggen, m’n gedachten, m’n idealen en m’n fantasieën’ (Anne, 5 april 1944).
Woensdagmiddag. Sportmiddag voor de kinderen. Buiten is het koud. Oostenwind snijdt langs mijn gezicht. De winter komt er aan. Mijn dochter kijkt mij vragend aan: “wil je meer over Anne vertellen?”