Ook op warme dagen als deze, is mijn laptop mijn venster naar de wereld. Vertrouwde websites hebben een WK-metamorfose ondergaan en ik zie de straten in mijn buurt net zo veranderen in ‘oranjestemming’, waar ik overigens helemaal niets mee heb. Ik hou niet van voetbal en zal er ook niet naar kijken. Mijn buren mogen mijn ladder lenen om de slingers aan de dakgoot op te hangen, ik sjouw en help waar hulp nodig is, maar bedank vriendelijk voor het aanbod om de aanblik van mijn huis te veranderen.
Toch raakt het gevoel van saamhorigheid die de WK-euforie met zich meebrengt mij wel. Ik zie zelfs bij mijn kinderen het enthousiasme. Dus doe ik trouw mee met alle acties om ‘leuke’ Oranjegadgets voor ze te verzamelen. Alles binnen de perken natuurlijk.
In mijn tuin waar het ondertussen tegen de dertig graden is, is het stil, totdat wild getoeter in de buurt mij op de hoogte brengt van de eindstand.
Het Chinese restaurant (waar ik een culinaire ‘specialteit van het huis’ heb besteld) doet na de wedstrijd goede zaken. Drommen jongeren die amper op hun benen kunnen staan, bestellen loempia’s, kindermenu’s en blikjes bier.
"Je bent mooi", zegt de oudste van het stel tegen de jonge vrouw achter de kassa. Hij is 21 en zij zal niet ouder dan 30 zijn. "En lief", voegt hij er met dikke tong aan toe.
"Ik heb mensenkennis, dus ik zie zo of iemand lief is of niet. Echt waar. Neem dat maar van mij aan."
Het meisje bloost en waardeert de belangstelling van deze vriendengroep wel.
"Ik ben toch te oud voor jullie. Hoe oud denken jullie dan dat ik ben?"
De jongens hebben geen zin in raadsels.
"Niemand is ooit te oud voor ons."
Lallend en boerend wordt de wedstrijd geëvalueerd terwijl met plastic bestek de avondmaaltijd voor de deur van het restaurant wordt genuttigd.
“Dit is zo genieten meneer”, zegt één van de knullen die nog het meest nuchter over komt. “Heerlijk. En dit is nog maar de eerste wedstrijd.”